Home   Producten   DC28Mediation   Relaties   Actualiteiten   Contact






Ruimtelijke onderbouwingen


Sinds het in werking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op 01-10-2010 valt de bouwvergunning onder de overkoepelende term “omgevingsvergunning” (artikel 2.1 Wabo). Omdat een groot deel van ons vergunningenstelsel nu onder de omgevingsvergunning valt levert dit een gecoördineerde afhandeling van vergunningaanvragen op. Een ‘bouwvergunning’ mag alleen worden verleend als deze voldoet aan het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Om ruimtelijk aanvaardbare bouwplannen niet onnodig te belemmeren voorzag voorheen de Wet ruimtelijke ordening in een aantal procedurele mogelijkheden (zelfstandige besluiten) om van het bestemmingsplan te mogen afwijken. Deze zijn thans als integraal onderdeel van de omgevingsvergunning overgegaan naar de Wabo (artikel 2.1/2.12), te weten: de binnenplanse ontheffing, het projectbesluit en de (algemene) ontheffing bestemmingsplan.  In dat verband wordt opgemerkt dat ontheffing mogelijk is voor activiteiten die niet in strijd zijn met een ‘goede ruimtelijke ordening’, hetgeen dient te blijken uit een motivering van het besluit op grond van een ‘goede ruimtelijke onderbouwing’ (artikel 2.12, lid 1a, sub 3 Wabo). Hoewel die op de specifieke vergunningaanvraag is gericht komt deze nagenoeg overeen met de toelichting bij een bestemmingsplan.